MIES wil gaan experimenteren met een onvoorwaardelijk basisinkomen. In Groningen. Afgelopen vrijdag, 29 augustus 2014, in een volle tent op Noorderzon, dachten honderd mensen mee over de vraag: “Op welke vragen moet zo’n experiment eigenlijk een antwoord geven?” Alle antwoorden – of vragen dus eigenlijk – vind je hier; hieronder volgt een hele korte samenvatting.
De kernvraag blijkt eigenlijk heel eenvoudig: “Wat gaan mensen (anders) doen als ze een basisinkomen krijgen?” Dat andere gedrag leidt vervolgens tot een heleboel vragen op economisch gebied: wat gebeurt er met lonen, prijzen, arbeidsaanbod, productiviteit en uiteindelijk zelfs de concurrentiepositie? Maar men is ook benieuwd naar de gevolgen buiten de economische sfeer: heeft een basisinkomen gevolgen voor geluk, gezondheid en gemeenschapszin? De leukste vraag in deze categorie (en eenvoudig meetbaar): worden er meer kinderen geboren?
Veel vragen gaan over de betaalbaarheid van een basisinkomen. Leidt het niet tot hogere belastingen en een grote toestroom van migranten? Hieruit blijkt ook dat het belangrijk is om het idee goed uit te leggen. Het woord ‘basisinkomen’ (en al helemaal de populaire term ‘gratis geld voor iedereen’) klinkt voor velen als extra, bovenop wat iedereen nu al verdient of krijgt. Dat is niet de bedoeling. Het onvoorwaardelijk basisinkomen komt in de plaats van allerlei uitkeringen, toeslagen en aftrekposten die we nu kennen. Sommigen zullen er op vooruit gaan, anderen achteruit, maar in z’n geheel zou het ongeveer ‘budgettair neutraal’ moeten zijn, zoals dat heet.
Ook zijn er veel vragen en tips over het experiment. Het is duidelijk dat hier nogal wat wetenschappelijke, ethische, politieke en wettelijke hobbels te nemen zijn. Daar gaan we ons de komende tijd het hoofd over breken.
Zaten er nog echte verrassingen tussen? Wat mij betreft twee. Allebei om over na te denken. De eerste: “Kan het basisinkomen worden ingevoerd binnen de huidige generatie?” Met als toelichting: misschien moeten we eerst weer van jongs af aan leren omgaan met vertrouwen en verantwoordelijkheid. En de tweede: “Heb je het basisinkomen nodig om de voordelen van het basisinkomen te realiseren?”