De wereld om ons heen, de economie en arbeidsmarkt voorop, veranderen in een razendsnel tempo. Zo snel dat de sociale zekerheidsarrangementen het allemaal niet bij kunnen bijbenen. Veel gemeentes zijn daarom op zoek naar nieuwe wegen. Binnen het kader van de Participatiewet zoeken ze naar nieuwe antwoorden op de uitdagingen in economie en samenleving. MIES denkt daarin actief mee.
Wij pleiten voor experimenten op lokaal niveau. Daar valt nog heel wat over te zeggen. Hier als aanzet een aantal ideeën. Om te beginnen vijf richtpunten die als kader kunnen dienen voor mogelijke experimenten.
- Het wegnemen van belemmeringen en ergernissen die zonder al te veel moeite uit de weg kunnen worden geruimd.
- Het verminderen, dan wel wegnemen van voorwaarden en verplichtingen.
- De mogelijkheid om (een deel van de) verworven verdiensten te behouden.
- Variatie in uitkeringshoogte (zowel hoger, als lager).
- Ondersteuning bij gewenste uitdagingen die mensen kennen, dan wel oplossen van problemen.
De doelgroep voor lokale experimenten, in eerste instantie de mensen met een bijstandsuitkering, is geen eenduidige groep, maar juist een heel diverse. Om maar eens een paar groepen te noemen: zzp’ers die een (gedeeltelijke) bijstandsuitkering ontvangen, vijftigplussers met een bijstandsuitkering, mensen die langdurig (minimaal vijf jaar) in een uitkeringssituatie verkeren en wijkbewoners met een uitkering. Met de boven geformuleerde richtpunten en de genoemde groepen in het achterhoofd komen wij tot zes mogelijke (experimentele) projecten om de bijstand te moderniseren.
- Een traject voor zzp’ers met een (gedeeltelijke) bijstandsuitkering: zij kunnen kiezen voor een lagere uitkering met in ruil daarvoor een volledig regelvrije basisuitkering voor twee of drie jaar. Hierbij is het interessant ook het thema van ‘sociale waarden creatie’ in het oog te houden. Wellicht als voorwaarde voor deelname, of als uitgangspunt voor een wat hogere uitkering.
- Een traject voor 50-plussers met een bijstandsuitkering, die zich zelf mogen aanmelden voor het traject, met een volledig regelvrije basisuitkering voor twee of drie jaar, gekoppeld aan de mogelijkheid om ondersteuning te krijgen bij activiteiten die zij willen ondernemen in de vorm van vrijwilligerswerk, mantelzorg, buurtwerk, etc.
- Een traject voor gezinnen die langdurig (minimaal vijf jaar) in een uitkeringssituatie verkeren, met een volledig regelvrije basisuitkering voor twee of drie jaar, met expliciete ondersteuning bij mogelijkheden armoedesituaties beter het hoofd te bieden, hulp bij het wegwerken van schulden en het versterken van de startpositie (door middel van ondersteuning in natura – lidmaatschappen, schoolspullen, boeken, etc.) van de in de gezinnen levende kinderen.
- Een traject voor een (deel van) een wijk met hoge bijstandsafhankelijkheid, waarbij alle bijstandsgerechtigden een volledig regelvrije basisuitkering voor twee of drie jaar krijgen. In dit traject gaat het niet alleen om de individuele uitkomsten, maar ook om de sociale dynamiek (wat doet een dergelijke situatie met de wijk, met de sociale contacten, het de sociale cohesie, etc.).
- Een traject voor een (deel van) een wijk met hoge bijstandsafhankelijkheid, waarbij alle bijstandsgerechtigden een volledig regelvrije basisuitkering voor twee of drie jaar krijgen, gekoppeld aan de mogelijkheid om groepsgewijze ondersteuning te krijgen (”Wat zou ik op basis van mijn talenten en kwaliteiten, wensen en dromen kunnen en willen doen’) deelname aan de groepsgewijze ondersteuning levert nog een extra bonus van 100 euro per maand op. Ook in dit traject gaat het niet alleen om de individuele uitkomsten, maar ook om de sociale dynamiek (wat doet een dergelijke situatie met de wijk, met de sociale contacten, het de sociale cohesie, etc.). Een dynamiek die wellicht nog versterkt kan worden door de groepsgerichte ondersteuning.
- Het ontwerpen van een permanent vijfpuntenprogramma in termen van ergernissen en belemmeringen die snel kunnen worden weggenomen. Waarbij het permanent vijf punten blijven, in die zin wanneer er aan de bovenkant een is opgelost wordt er aan de onderkant een volgende toegevoegd.
Beschouw het als een voorzet. Mocht u ermee aan de slag willen in uw gemeente: MIES helpt graag mee.
Dit is typerend voor de pars pro toto oplossingen zoals die al decennia plaatsvinden binnen het politieke discours. Waarom makkelijk doen als het moeilijk kan. Waarom een visionaire stip op de horizon zetten als die binnen handbereik lijkt te liggen. Waarom de samenleving transparanter maken als ie heerlijk gecompliceerd kan worden gehouden (ten faveure van al die intelligente Miesjes)
De mogelijke oplossing ligt niet in nog meer deeloplossingen maar in een majeure structuurwijziging binnen onze samenleving (een paradigmawisseling) waarbij als uitgangspunt moet worden genomen dat de economie een consequentie is van de samenleving en niet andersom. Het begrip economie wordt vandaag de dag veel te veel opgerekt als zijnde de samenleving.
Binnen de beoogde structuurwijziging kan het ‘basisinkomen’ als een zeer belangrijk uitgangspunt fungeren, maar alleen dan als het in een totale verandering- of hervormingscontext wordt geplaatst.
En die context is vele malen breder en dieper dan hierboven wordt gesuggereerd. Het oplaten van ballonnetjes moet niet verward worden met het instigeren van diep en noodzakelijk hervormingsbeleid. Dan doen we precies wat de vigerende politieke aristocratie bij voorkeur doet, gehouden de associatieve denkwereld waarin ze nu eenmaal verkeren.
Ja, ik denk ook dat er een paradigmawisseling nodig is. Maar in een democratie worden die nu eenmaal stap voor stap tot stand gebracht.
1. Zou je kunnen bedenken dat wat een fatsoenlijke samenleving / democratie heet te zijn, gezien vanuit het huidige perspectief, aan een herijking toe is?
2. Zou het niet zo moeten zijn dat een stap voor stap aanpak of ‘piecemeal social engineering’ zoals Karl Popper het noemt niet altijd vooraf moet gaan door het formuleren van preferentiestructuren?
3. Zou het in dat kader aardig zijn geweest om dieper op mijn reactie in te gaan dan met de twee zinnen die je er nu aan hebt gewijd. Al was alleen maar om je eigen voorstel(len) in het perspectief te plaatsen van de door mij genoemde ’totale veranderings- of hervormingscontext’. Hetgeen je uiteraard niet hoeft te onderschrijven!
1. ja
2. nee
3. nee
Bijstandsgerechtigden komen € 150 (alleenstaanden) tot € 300 (gezinnen) te kort om meer deel te nemen aan de samenleving dan overleven alleen. Geld voor OV, sport, cultuur en nieuwe kleding en schoenen ontbreken nu al. het eigen risico ziektekosten is dermate hoog dat veel uitkeringsgerechtigden hun gezondheid noodgedwongen moeten laten versloffen. Waarom zou je dat structureel mankerend inkomen nog eens met een aardig bedrag verlagen om pas dan af te zien van de absurde controle, sancties en regeldwang die nu aan de orde is? Het experiment basisinkomen moet model staan voor het invoeren van een onvoorwaardelijk basisinkomen later. Maar hoe moeten alle mensen met een basisinkomen dat nog weer veel lager is dan een uitkering nu al in godsnaam die resterende pakweg € 300 per maand erbij zien te scharrelen in een economie die steeds minder gebruik maakt van menselijke arbeidskracht? Of gaat u ervan uit dat iedereen met een beroerd en onderbetaald baantje onmiddellijk alles uit handen laat vallen voor een onzeker basisinkomen waar iedereen op jacht moet naar snipperuren om het inkomen aan te vullen? Zo lang het een experiment betreft (met de aan experimenten toegewijde faveurtjes zoals extra potjes om het experiment ook te laten slagen bij tegenspoed) zullen er mense uit de brand geholpen zijn en ongewtijfeld vrolijker en gelukkiger hun dagen even zinvol, doorbrangen als nu al het geval is. Op groter schaal ingevoerd, zal het basisinkomen echter idd onvoorwaardelijk en volwaardig moeten zijn, dwz minimaal het minimumloon PLUS alle toeslagen die niet langer worden verstrekt, om zowel een leefbaarder klimaat te scheppen voor al degenen aan wie de samenleving van de betaalde arbeid geen boodschap heeft, als een einde te maken aan de draaimolen van controle en sanctie die jaarlijks nu gerust 6 miljard kosten mag.
Het huidige economische systeem stamt rechtstreeks uit de tijd van “upstairs/downstairs”: een verticaal hiërarchisch model, waarin alleen de top beloont wordt en de keuzelozen dankbaar dienen te zijn voor de hen toegeworpen aalmoezen. De drijvende kracht achter de daadwerkelijke economie was een hele brede middenstand, maar die wordt nu uitgeroeid door monsterbedrijven die groter zijn geworden dan overheden. Onze overheid is afhankelijk geworden van deze ongezonde relatie. Als we de economie aan de onderkant van de hiërarchie willen stimuleren dan heeft dat alleen zin als de hele structuur wordt aangepakt: is geld een beloning of een voorwaarde voor werk? Wat is de functie van werk in een tijd waarin straks letterlijk alles geautomatiseerd kan worden. Als in ons land, waar al 20 jaar niet meer geregeerd wordt, ook het bestuur geautomatiseerd wordt (besturen = boekhouden) dan zijn wellicht alleen in de rechtspraak nog mensen nodig. We zijn duidelijk bezig om een technocratie te maken van Europa, met aan de top van het huidige bestuur bedrijven met meer kapitaal dan de afzonderlijke overheden. Dit kunnen we voorkomen door de waarde van geld los te koppelen van arbeid over de hele linie: tot aan de top! De absurde beloning voor kopwerk staat in schril contrast met de onderwaardering voor schoonmakers en sjouwers, die minstens even belangrijk zijn.
Volgens mij is een gewoon en gezond mens iemand die graag de handen uit de mouwen steekt om een ander te helpen. Een basis-inkomen voor iedereen is een prima idee, maar dan moet er ook iets gedaan worden aan het financiële parasitisme, waar ook de overheid en de AH en de banken en de verzekeringen zich al decennia lang schuldig aan maken.